Op zaterdag 25 november heeft het Vaassens Fanfare Corps op het muziekconcours in Zutphen een 1e prijs behaald met 80,33 punten.
Na een maandenlange voorbereiding met wekelijkse repetities, diverse groepsrepetities en twee studiedagen, was het 25 november zover. Het Vaassens Fanfare Corps reisde af richting theater de Hanzehof in Zutphen voor het muziekconcours. Tijdens het muziekconcours werden drie muziekstukken ten gehore gebracht, waarvan twee verplichte werken uit het Repertorium en daarnaast een vrij te kiezen muziekstuk (een inspeelwerk). De twee verplichte concourswerken werden op maar liefst 10 verschillende rubrieken beoordeeld door een driekoppige jury.
Het Vaassens Fanfare Corps kwam uit in de 2e divisie onder leiding van dirigent Patrick Dieperink en begon het optreden met het inspeelwerk ‘Verso Libre’ van de componist Arend Gerts. Verso Libre betekent ‘vrij vers’ en is in feite een gedicht zonder regelmatige strofebouw en regellengte. De strofe in dit vrije vers heeft wel een duidelijke eenheid en komt voort uit de herkenbare thematiek van España Cañí, een zeer bekende Spaanse Paso Doble uit 1923.
Het eerste verplichte werk dat het VFC ten gehore bracht, was ‘Shapes’ van de componist Harrie Janssen. Dit concourswerk bestaat uit drie delen, waarbij in elk deel van deze dynamische compositie de focus wordt gelegd op een kunstenaar uit de kunstbeweging ‘De Stijl’. Zo gaat het eerste deel over de schilder Piet Mondriaan en zijn schilderij de ‘New York Boogie Woogie’ wat voor zijn stijl zeker frivool is te noemen. Theo van Doesburg geeft invulling aan het tweede deel met zijn schilderij ‘Composition in Black and White’, welke zich kenmerkt door zwarte lijnen op een witte achtergrond. Dit contrast werd muzikaal vertaald naar een afwisseling van heldere en donkere klankkleuren. In het derde deel werd het schilderij van de Russische kunstenaar El Lissitzky in het licht gezet, welke gaat over de strijd tussen de Bolsjewieken en de Mensjewieken. Een kort motief van maar twee noten en ondersteund door de dreigende klanken van de trombones gaven de dynamiek en dreiging weer. Dit deel eindigde met een triomfmars die de overwinning van het goede op het kwade liet horen.
Het tweede verplichte concourswerk was ‘Elegy I – Jealousy’ van de componist Jacob de Haan, welke werd genoemd naar het gelijknamige gedicht van John Donne. Deze dichter schreef een hele reeks elegieën, elk met een eigen thema. Jaloezie (Jealousy) roept een hele rij emoties op. Van teleurstelling, treurnis en verdriet tot boosheid en woede. Een oud chanson van de 16e eeuwse componist Pierre Certon ‘je ne l’ose dire’, vormt de basis van de compositie en komt in diverse vormen terug. In het langzame middeldeel komt het schilderij van Edvard Munch naar voren, waarop een geëmotioneerd gezicht te zien is van de afgewezen minnaar op de voorgrond en een verliefd stel op de achtergrond. Het stuk werkt naar het einde toe door middel van veel afwisseling van waanzin en woede en eindigt in een grootse climax, waarin de hoofdmaten van het chanson nog eenmaal in volle glorie klinkt.
De jury beoordeelde het optreden en daarmee het muzikale niveau van het Vaassens Fanfare Corps met een 1e prijs, wat gevierd werd door het VFC met een diner bij Grand Café de Toren in Vaassen. Een intensieve, maar bovenal fantastische periode is hiermee naar tevredenheid afgesloten.